Javascript must be enabled for the correct page display

Een casestudie naar hoe de niet-medische zorginnovatie ‘arbeidsgerichte zorg’ geïmplementeerd wordt in de huidige zorgpraktijk

Rientjes, Valeria (2022) Een casestudie naar hoe de niet-medische zorginnovatie ‘arbeidsgerichte zorg’ geïmplementeerd wordt in de huidige zorgpraktijk. Master thesis, Sociology.

[img]
Preview
Text
V. Rientjes_Een casestudie naar hoe de niet-medische zorginnovatie ‘arbeidsgerichte zorg’ geïmplementeerd wordt in de huidige zorgpraktijk.pdf

Download (1MB) | Preview

Abstract

In deze masterscriptie is onderzoek gedaan naar de vraag: ‘Welke kenmerken van het model van Fleuren et al. kunnen invloed hebben op het implementatieproces van de niet-medische zorginnovatie ‘arbeidsgerichte zorg’ in de huidige zorgpraktijk?’. Uit cijfers van het CBS blijkt dat mensen met een chronische ziekte of beperking minder werken dan mensen zonder deze diagnose. Hiernaast blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat er een wisselwerking is tussen arbeid en gezondheid en daarom is het van belang dat arbeidsgerichte zorg wordt meegenomen in het zorgsysteem. In dit onderzoek is er gekeken naar welke rol de kenmerken uit het implementatiemodel van Fleuren et al. (2004) spelen in de implementatie van de arbeidsgerichte zorg. Hiernaast is er ook onderzoek gedaan naar de invloed van institutionele logica op het implementatieproces. Op organisatie- en beroepsniveau bestaan vaak meerdere institutionele logica’s. De dominante logica bepaalt vaak het gedrag van individuen en heeft daarmee invloed op de keuze van een individu om een nieuwe innovatie te adopteren. Aan de hand van een casestudie naar het BAAN-project van het UMCG TGO is de invloed van de kenmerken van het model van Fleuren et al. (2004) en de invloed van institutionele logica onderzocht. Voor de casestudie zijn er tien semigestructureerde interviews gehouden met zorgprofessionals en met twee informanten. De zorgprofessionals hadden verschillende zorgberoepen, namelijk manager, arts, verpleegkundige en medisch maatschappelijk werker. Informanten zijn mensen die betrokken zijn geweest bij het BAAN-project en daardoor informatie kunnen geven over het implementatieproces, maar geen zorgprofessional zijn. De informanten waren de adviseur arbeid en de projectleider van het BAAN-project. Hiernaast is er onderzoek gedaan aan de hand van het analyseren van documenten, zoals het KNMG-visiedocument en het organisatiebeleid van het UMCG. Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn er een aantal kenmerken gevonden die een rol hebben gespeeld in het implementatieproces van het BAAN-project, namelijk relevantie, zichtbaarheid, tijd en financiële middelen van het model van Fleuren et al. (2004). Relevantie is de mate waarin de innovatie door de gebruiker kan worden gezien als een verbetering van de bestaande zorg voor een patiënt. Met zichtbaarheid wordt bedoeld de mate waarin de goede resultaten van een innovatie zichtbaar zijn voor anderen. Het kenmerk tijd is de hoeveelheid tijd die beschikbaar is om de innovatie toe te passen. De term financiële middelen houdt in dat deze voldoende beschikbaar dienen te zijn om de innovatie te gebruiken. Hiernaast zijn er ook een aantal andere kenmerken gevonden die buiten het model van Fleuren vallen die een rol hebben gespeeld in het implementatieproces, namelijk stakeholders betrokken bij de ontwikkeling en de coronapandemie. Het kenmerk stakeholders betrokken bij de ontwikkeling betekent dat stakeholders actief zijn betrokken bij de ontwikkeling van de innovatie. De innovatie is waarschijnlijk daardoor gevormd naar de wensen van de stakeholders. De coronapandemie heeft invloed gehad op het verloop van het BAAN-project doordat het een crisis was voor de zorg en veel bijeenkomsten online plaats vonden. Als laatste valt het op dat de institutionele logica op beroepsniveau veel invloed heeft op de implementatie. Het verschilt namelijk per zorgberoep in hoeverre de innovatie geïmplementeerd wordt. Een belangrijke conclusie die getrokken kan worden op basis van de bevindingen is dat het implementatieproces van arbeidsgerichte zorg complex blijft ondanks dat de innovatie in eerste instantie goed aan sluit bij de huidige zorgpraktijk. Aan de hand van de bevindingen worden er een aantal beleidsimplicaties geformuleerd voor toekomstige niet-medische (arbeidsgerichte) zorginnovaties.

Item Type: Thesis (Master)
Supervisor name: Lippényi, Z. and Steverink, B.J.M.
Degree programme: Sociology
Differentiation route: Sociologie van Arbeid, Levensloop & Organisatie [Master Sociology]
Date Deposited: 03 Oct 2022 09:13
Last Modified: 03 Oct 2022 09:13
URI: http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/1443

Actions (login required)

View Item View Item