Veldmeijer, Janine, J.M.M (2023) Schrijfletters: Ondersteunend, Hinderlijk of allebei? Master thesis, Pedagogical and Educational Sciences.
|
Text
Scriptie.pdf Download (880kB) | Preview |
Abstract
Een goede leesvaardigheid is noodzakelijk in de hedendaagse maatschappij. Toch nemen de dyslexieverklaringen en leesproblemen de laatste jaren langzaam in aantal toe. Leren lezen is een complexe vaardigheid. Het huidige onderzoek richt zich op de beantwoording van de vraag in hoeverre schrijfletters hierin een rol spelen. Schrijven ondersteunt het leren lezen, maar geldt dit ook voor de schrijfletters? Is er een verschil in de lees- en benoemsnelheid van blok- en schrijfletters en is dit verschil groter bij een zwakker leesniveau? En veranderen deze patronen in de tijd c.q. met de ontwikkeling? Deze vragen zijn onderzocht middels een kwantitatief cross-sectioneel en experimenteel design, met als doel om inzicht te krijgen in hoe kinderen en hun leesontwikkeling nog beter ondersteund kunnen worden. De steekproef van de studie bestaat uit 49 kinderen, waarvan 20 uit groep 4 en 29 uit groep 5. De deelnemers zijn eerst ingedeeld in drie onderzoeksgroepen op basis van de woordleesvaardigheid: zwak, gemiddeld en sterk. Om antwoord te kunnen geven op de eerdergenoemde vragen zijn enkele veelgebruikte Nederlandse tests voor de woordlees- en benoemsnelheid gemanipuleerd en afgenomen in blok- en schrijfletters om op groepsniveau de effecten daarvan op het leesniveau te bepalen. De benoemsnelheid is meegenomen in het onderzoek, omdat uit eerder onderzoek is gebleken dat een vlotte (geautomatiseerde) benoemsnelheid vaak een goede woordleesvaardigheid voorspelt. De analyses zijn uitgevoerd middels Repeated Measures ANOVA met twee between-subjects factoren (Woordleesniveau en Groep) en één within-subjects factor (Lettertype). Uit de resultaten blijkt dat er verschillen zijn in de woordleesvaardigheid en benoemsnelheid van blok- en schrijfletters en dat dit het sterkst tot uiting komt bij een zwakker leesniveau voor het lezen van monosyllabische woorden. Bij de overige woordleesvaardigheidstests liggen de verschillen tussen de woordleesgroepen dichter bij elkaar, echter leidt hier een sterk leesniveau juist tot het grootste verschil tussen blok- en schrijfletters. De sterke lezers kunnen hier minder een beroep doen op de directe woordherkenning. In conclusie lijkt een jaar langer onderwijs te leiden tot minder moeite met de schrijfletters waar directe woordherkenning mogelijk is, blijkend uit een kleiner verschil tussen blok- en schrijfletters bij de benoemsnelheid. Ten aanzien van het decoderend lezen lijkt een jaar langer onderwijs echter samen te gaan met meer moeite met de schrijfletters. Schoolgroep lijkt hier ondergeschikt aan de visuele input, waarbij decoderen tijdrovender is dan directe woordherkenning. De resultaten van het huidige onderzoek geven aanleiding tot grootschaliger onderzoek. De visuele verwerking van letters is een gebied wat breder en longitudinaal onderzoek behoeft, om de relatie met benoemsnelheid en woordleesvaardigheid in kaart te brengen.
Item Type: | Thesis (Master) |
---|---|
Supervisor name: | Groot, B.J.A. de |
Degree programme: | Pedagogical and Educational Sciences |
Differentiation route: | Orthopedagogiek [Master Pedagogical and Educational Sciences] |
Date Deposited: | 16 May 2023 14:49 |
Last Modified: | 16 May 2023 14:49 |
URI: | http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/1973 |
Actions (login required)
View Item |