Javascript must be enabled for the correct page display

Jeugdigen met een doorverwijzing vanuit de huisartsenpraktijk naar de specialistische jeugdhulp

Brouwer, M.N.T. (2023) Jeugdigen met een doorverwijzing vanuit de huisartsenpraktijk naar de specialistische jeugdhulp. Master thesis, Sociology.

[img]
Preview
Text
Definitief_scriptie_Brouwer_4600339_pdf.pdf

Download (1MB) | Preview

Abstract

Hoewel verscheidene onderzoeken uitwijzen dat Nederlandse jeugdigen tot de gelukkigste jongeren ter wereld behoren, neemt het aantal jeugdigen dat jeugdhulp ontvangt al enkele jaren toe. Huisartsen hebben een belangrijke rol bij het vaststellen van de hulpvraag van de jeugdigen, waarbij zij sinds een aantal jaren worden bijgestaan door een Praktijkondersteuner Jeugd (hierna POH-J). In deze scriptie wordt getracht een antwoord te geven op de vraag wat de rol is van een POH-J in het verwijsgedrag van een huisartsenpraktijk naar de specialistische jeugdhulp. De onderzoeksvraag van deze scriptie luidt dan ook: Verschillen de kenmerken en vervolgzorg van jeugdigen met een doorverwijzing naar de specialistische jeugdhulp van huisartsenpraktijken met een POH-J van die van jeugdigen die doorverwezen zijn door huisartsenpraktijken zonder een POH-J? Het onderzoek kent een ‘Mixed-Methods’ design. De gebruikte dataset bevat geanonimiseerde gegevens van jeugdigen die zijn aangemeld bij Accare na verwijzing door een huisarts. De kwalitatieve data zijn verzameld door de onderzoeker door het afnemen van semigestructureerde interviews met een vijftal POH’s-J die allen werkzaam zijn in een huisartsenpraktijk en tevens werkzaam zijn bij Accare. De kwantitatieve data zijn geanalyseerd op basis van leeftijd en geslacht, trajectkarakteristieken (wachttijden, bestede tijd aan de jeugdige en aantal afspraken voor aanvang behandeling) en ingevulde Strenghts and Difficulties Questionnaire (SDQ) gegevens. Uit de analyse is naar voren gekomen dat de kenmerken en vervolgzorg van jeugdigen die zijn doorverwezen naar specialistische jeugdhulp door huisartsenpraktijken met een POH-J maar gedeeltelijk verschillen van de jeugdigen die doorverwezen zijn door huisartsenpraktijken zonder POH-J. Voor jeugdigen verwezen door een huisartsenpraktijk met POH-J was de wachttijd tussen diagnose/adviesgesprek en eerste behandeling korter, de benodigde indirecte tijd minder en het aantal afspraken lager. Voor leeftijd en geslacht, overige trajectkarakteristieken en op de uitkomsten van SDQ werden geen significante verschillen gevonden. Het is mogelijk dat het verschil in indirecte tijd en het geringere aantal afspraken dat nodig is voor aanvang behandeling kan worden verklaard uit een betere screening en triage van de jeugdige bij inzet van een POH-J. De kortere wachttijd tussen diagnostiek/adviesgesprek en eerste behandeling lijkt een gevolg te zijn van minder benodigde tijd en een geringer aantal afspraken. Een verklaring waarom maar in beperkte mate verschillen zijn gevonden tussen verwijzingen van jeugdigen naar specialistische jeugdhulp tussen huisartsenpraktijken met en zonder POH-J kan zijn dat Accare zelf de verwijzingen beoordeelt voordat deze worden geaccepteerd. Verwijzingen die naar het oordeel van Accare niet passend zijn voor specialistische jeugdhulp worden afgewezen. De door de onderzoeker geanalyseerde dataset bevatte alleen de geaccepteerde verwijzingen en heeft daarmee het zicht op de werking van een POH-J vertroebeld. Een andere verklaring kan mogelijk gevonden worden in het feit dat de functie van POH-J nog in ontwikkeling is en dat om die reden de POH-J zijn of haar stempel nog niet heeft kunnen drukken op het verwijsgedrag. Het bieden van extra zorg door en de mogelijke aanzuigende werking van een POH-J in de huisartsenpraktijk kunnen tot slot als redenen worden genoemd waarom maar in beperkte mate verschillen zijn aangetroffen in verwijsgedrag tussen huisartsenpraktijken met en zonder POH-J. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen wat de rol is van een POH-J bij het verwijzen van jeugdigen naar de specialistische jeugdhulp. Tot slot zijn nog een aantal aanbevelingen gedaan omtrent het uitvoeren van vervolgonderzoek, het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen POH’s-J en de specialistische jeugdhulp en een zelfstandige opleiding voor de POH-J.

Item Type: Thesis (Master)
Supervisor name: Jansen, D.E.M.C. and Duijn, M.A.J. van
Degree programme: Sociology
Differentiation route: Sociologie van Gezondheid, Zorg en Welzijn [Master Sociology]
Date Deposited: 01 Sep 2023 08:38
Last Modified: 01 Sep 2023 08:38
URI: http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/2839

Actions (login required)

View Item View Item