Vries, Ido de (2024) De zoektocht naar een sociaal veilige omgeving. Master thesis, Sociology.
|
Text
Scriptie.pdf Download (1MB) | Preview |
Abstract
In achterstandsbuurten spelen veel sociale problemen, zoals armoede, schulden, gezondheidsproblemen, overlast en gevoelens van onveiligheid. In deze scriptie is gekeken naar de problematiek in achterstandsbuurten. Door zulke problemen zijn inwoners vooral met zichzelf en minder met andere buurtbewoners bezig en het kan voor deze inwoners lastig zijn om zich te verenigen om gezamenlijk de problemen in hun buurt aan te pakken. In de literatuur in nog weinig geschreven over de behoeften van inwoners uit achterstandsbuurten om de sociale cohesie in hun buurt te verbeteren om daarmee de sociale veiligheid te verbeteren. De nadruk in dit onderzoek ligt dan ook op de percepties en behoeften van inwoners uit achterstandsbuurten zodat hier in toekomstig beleid rekening mee gehouden kan worden. De centrale onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt als volgt: ‘Hoe ervaren inwoners uit achterstandsbuurten de sociale veiligheid en sociale cohesie in hun buurt en welke behoeften hebben zij om de sociale veiligheid en sociale cohesie te verbeteren?’ Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden zijn twaalf semigestructureerde interviews afgenomen met inwoners uit Huizum-West en Nijlân, twee achterstandsbuurten in Leeuwarden. De interviews zijn uitgewerkt en de data zijn geanalyseerd door middel van een thematische analyse met behulp van de codeboekbenadering. Uit de data kwam naar voren dat de participanten met name overlast ervaren van vandalisme en vernielingen in de buurt en dan met name auto’s die beschadigd worden. Daarnaast ervaren de participanten overlast van de aanwezige hangjongeren in de buurt door het gedrag wat zij vertonen. De participanten ervaren tevens overlast, maar wel in mindere mate, van inbraak en diefstal, geluidsoverlast en intimidatie. Om deze problemen op te lossen en de onveiligheidservaringen te verminderen hebben de participanten behoefte aan meer toezicht in de buurt door politie, handhaving en buurtpreventie. Daarnaast zien de participanten een grote rol weggelegd voor de wijkmanager en buurt- en wijkverenigingen. Zij moeten zichtbaarder en toegankelijker zijn in de buurt zodat inwoners met hun problemen bij de hun terecht kunnen. De participanten ziet de wijkmanager graag als tussenschakel tussen de buurtbewoners en instanties zoals de gemeente, woningbouwvereniging en politie waar buurtbewoners naartoe kunnen met hun problemen en de wijkmanager hun verder helpt waar ze moeten zijn. De participanten ervaren de sociale cohesie over het algemeen als positief. Ze hebben het idee dat hun buren en buurtgenoten een oogje in het zeil houden en hebben over het algemeen ook goed contact met hun. Dit contact blijft vaak wel beperkt tot een praatje op straat en niet bij elkaar op bezoek komen. De meeste participanten hebben ook geen behoefte om dit contact te vergoten, ze vinden het wel goed hoe het op dit moment gaat. Een enkele participant heeft behoefte aan meer contact met hun buren en ziet graag meer activiteiten georganiseerd worden om contact met anderen te maken. Ook over de voorzieningen in de buurt zijn de participanten erg positief. De participanten zien alleen graag meer hondenpoepveldjes komen en meer plekken waar ze afval kwijt kunnen. Over de sociale activiteiten bestaat enkele kritiek onder de participanten, er worden vooral activiteiten voor ouderen georganiseerd en juist minder activiteiten voor kinderen en jongeren ten opzichte van jaren geleden. De participanten hebben behoefte aan meer aanbod als het gaat om sociale activiteiten, zoals buurtfeesten, sportactiviteiten en bijeenkomsten waar inwoners met hun vragen en problemen kunnen. Concluderend hebben de participanten dus ervaringen met onveiligheid en spelen er problemen in de buurt waardoor zij zich onveilig voelen. Ook de sociale cohesie kan verbeterd worden, omdat dit kan dragen aan de veiligheidsgevoelens van de participanten. Zij hebben ideeën hoe de veiligheid en de sociale cohesie verbeterd kan worden. Zo zien zij onder andere graag meer toezicht komen in de buurt en hebben zij behoefte aan activiteiten waar zij terecht kunnen met hun problemen en contact kunnen leggen met hun buurtgenoten. Er zijn bepaalde beleidsaanbevelingen opgesteld naar aanleiding van het onderzoek. Deze aanbevelingen zijn onder te verdelen in aanbevelingen voor de praktijk en aanbevelingen voor vervolgonderzoek. De aanbevelingen voor de praktijk richten zich op de wijkmanager, Jumbo, politie, handhaving en de buurt- en wijkverenigingen. Zij moeten meer toezicht hebben in de buurt en meer activiteiten organiseren voor de inwoners. De aanbevelingen voor vervolgonderzoek zijn om te richten op gepensioneerde inwoners uit de buurt en nog meer inwoners te spreken die werkloos zijn, omdat deze doelgroepen weer net andere ervaringen en behoeften kunnen hebben als de participanten die voor dit onderzoek zijn geïnterviewd. Een andere aanbeveling voor vervolgonderzoek is om een kwantitatief onderzoek uit te voeren op basis van de resultaten om te onderzoeken of de ervaringen en behoeften ook breder in achterstandsbuurten wordt gedragen. Ten slotte wordt aanbevolen om te onderzoeken in hoeverre de behoeften van de participanten uit dit onderzoek haalbaar zijn in de praktijk. In dit onderzoek is hier al een eerste aanzet voor gedaan. Met behulp van deze beleidsaanbevelingen kunnen de problemen van sociale veiligheid en sociale cohesie in achterstandsbuurten aangepakt worden.
| Item Type: | Thesis (Master) |
|---|---|
| Supervisor name: | Nieuwenhuis, J.G. and Lippenyi, Z. |
| Degree programme: | Sociology |
| Differentiation route: | Criminaliteit en Veiligheid [Master Sociology] |
| Date Deposited: | 13 Aug 2024 08:34 |
| Last Modified: | 13 Aug 2024 08:34 |
| URI: | http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/4255 |
Actions (login required)
 |
View Item |