Kanger, Menno (2025) Radicalisering in het ego-netwerk: Een sociale netwerkanalyse naar communicatienetwerkpatronen, netwerkstructuur en relaties van een geradicaliseerde rechts-extremist. Master thesis, Sociology.
![]() |
Text
MasterthesisMennoKanger.pdf Restricted to Repository staff only Download (1MB) |
Abstract
Een toenemende uitdaging voor de Nederlandse samenleving is de groeiende afstand die bepaalde groepen burgers voelen tegenover die samenleving, met radicalisering en extremisme als mogelijk gevolg. Extremisten vormen een veiligheidsrisico voor de samenleving. Inzicht in radicalisering, dat vaak begint met veranderingen in sociale netwerken, is essentieel. Door sociale netwerkanalyse (SNA) toe te passen, worden deze veranderingen zichtbaar. Dit onderzoek analyseert het ego-communicatienetwerk van een rechts-extremist, wat een bijdrage kan leveren aan de kennis over radicalisering en vroegtijdige interventies. Met het verhoogde dreigingsniveau in Nederland is grip op radicalisering cruciaal. Dit onderzoek bestudeert de structuur en relaties binnen het ego-netwerk van een geradicaliseerde rechts-extremist en de rol van positieve en negatieve relaties over een periode van acht maanden. De centrale onderzoeksvraag hierbij is: Hoe zien de structuur en de relaties binnen het ego-communicatienetwerk van rechts-extremisten eruit; én wat is de rol van positieve (remmende) en negatieve (stimulerende) relaties in het radicaliseringsproces? De hypothesen die uit de literatuur naar voren kwamen veronderstelden dat tijdens radicalisering het aantal relaties met een slechte invloed toeneemt ten koste van stabiele positieve relaties. Deze positieve relaties minder wederkerig worden en het ego-netwerk meer verloop kent wat het netwerk instabieler maakt. Verondersteld wordt dat een persoon die radicaliseert sterke clusters met negatieve invloed heeft en door minder verbindende netwerkstructuren steeds verder sociaal geïsoleerd raakt. Daarnaast neemt de diversiteit in het netwerk af en is er minder contact tussen verschillende type relaties. Het ego-netwerk is geanalyseerd met behulp van R, waarbij netwerkvisualisaties en netwerkmaten zijn gebruikt om de hypothesen te toetsen. De resultaten tonen aan dat negatieve relaties gedurende de gehele onderzochte periode het netwerk domineren. Ook kan er groei van de negatieve relaties waargenomen worden, terwijl positieve relaties stabiel blijven. Er is geen bewijs dat positieve relaties instabieler zijn of dat negatieve relaties meer wederkerigheid laten zien als een persoon geradicaliseerd is. Negatieve clusters hebben echter een grote en belangrijke invloed op radicalisering. Ook bleek sociale isolatie minder sterk aanwezig dan verwacht. De diversiteit binnen het netwerk nam af, wat zwart-witdenken in de hand werkt. De bevindingen ondersteunen de ontwikkeling van een ‘early warning-systeem’ voor radicalisering, waarmee risicosignalen vroegtijdig kunnen worden gedetecteerd, wat essentieel is voor de aanpak van radicalisering. Wat het onderzoek beperkt is dat er één casus geanalyseerd is, wat de generaliseerbaarheid van het onderzoek vermindert. Toekomstig onderzoek wordt aanbevolen met meerdere casussen en verschillende databronnen.
Item Type: | Thesis (Master) |
---|---|
Supervisor name: | Nieuwenhuis, J.G. and Huitsing, G.E. |
Degree programme: | Sociology |
Differentiation route: | Criminaliteit en Veiligheid [Master Sociology] |
Date Deposited: | 29 Jan 2025 17:25 |
Last Modified: | 29 Jan 2025 17:25 |
URI: | http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/4564 |
Actions (login required)
![]() |
View Item |