Koopman, Simon (2025) Nieuwe en Innovatieve Interventies bij Patiënten met Obsessief Compulsieve Stoornis (OCS): een Narratieve Review. Master thesis, Psychology.
![]() |
Text
masterscriptie-s4310845.pdf Restricted to Repository staff only Download (672kB) |
Abstract
Obsessief Compulsieve Stoornis (OCS) wordt voornamelijk behandeld met cognitieve gedragstherapie, met als belangrijkste interventie exposure met responspreventie (ERP). Hoewel meer dan de helft van de patiënten significant verbetert door deze behandeling, blijkt uit onderzoek dat niet iedereen voldoende geholpen wordt. Daarom worden in deze narratieve literatuurreview twaalf studies besproken die andere behandelmethoden onderzoeken vanuit verschillende theoretische invalshoeken. Zes studies richten zich op Inference-Based Therapie (IBT), welke ongeldige redeneringen als oorsprong van obsessieve twijfels onderzoekt. Drie studies onderzoeken de effectiviteit van Family/Couple Therapie (FCT), waarin de nadruk ligt op disfunctionele interacties tussen de patiënt en zijn naasten. De overige drie studies onderzoeken Schematherapie (ST). ST richt zich op vroege maladaptieve schema’s (EMS’s) die bijdragen aan het in stand houden van OCS-symptomen. In deze review worden de behandelresultaten, kenmerkende aspecten van de procedure en opties om de interventie te combineren met ERP besproken. Bij alle drie interventies (IBT, FCT, ST) werden significante afnames van dwangsymptomen gevonden, gemeten met de Y-BOCS. De procedures vertoonden verschillende kenmerken; IBT werd in drie studies gecombineerd met cognitieve gedragstechnieken, terwijl in één geval IBT als zelfhulp werd toegepast. FCT werd zowel aan een naaste als samen met de patiënt gegeven. ST werd zowel individueel als in groepsverband uitgevoerd. In twee studies werd ERP en ST geïntegreerd met het gebruik van aangepaste schema's. FCT en ST lijken goed te combineren met ERP, terwijl IBT door zijn fundamenteel andere benaderingswijze als alternatief voor cognitief gedragsmatige interventies als exposure in vivo wordt beschouwd. Verder onderzoek is nodig om het meest effectieve format van deze interventies in de klinische praktijk te bepalen.
Item Type: | Thesis (Master) |
---|---|
Supervisor name: | Hout, W.J.P.J. van |
Degree programme: | Psychology |
Differentiation route: | Clinical Psychology (CP) [Master Psychology] |
Date Deposited: | 16 Apr 2025 13:34 |
Last Modified: | 16 Apr 2025 13:34 |
URI: | http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/4842 |
Actions (login required)
![]() |
View Item |