Dijkema, Anne (2025) Verschil in Methodetoetsen Wiskunde? Analyse van Kennis en Cognitieve Processen in ‘Getal en Ruimte’ voor VMBO Leerjaar 2. Bachelor thesis, Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB).
|
Text
Bachelorwerkstuk---Anne-Dijkema---S4397495-.pdf Download (675kB) | Preview |
Abstract
Het Nederlandse onderwijssysteem is sterk gedifferentieerd. Na de basisschool stromen leerlingen in in verschillende niveaus van het voortgezet onderwijs. Deze studie richt zich op het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), dat is onderverdeeld in vier leerwegen: basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b), kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k), gemengde leerweg (vmbo-g) en theoretische leerweg (vmbo-t). Hoewel de kerndoelen in de onderbouw (leerjaar 1 en 2) gelijk zijn, verschillen de examenprogramma’s en doorstroommogelijkheden. Doordat educatieve uitgeverijen volledige vrijheid hebben in het ontwerpen van lesmateriaal en toetsen, kunnen er verschillen ontstaan in de toetsen voor vmbo-leerlingen. Deze multiple case study richt zich op de vraag: ‘Hoe verschillen de toetsen in de wiskundemethode Getal & Ruimte in leerjaar 2 voor vmbo-bk en vmbo-kgt van elkaar?’ Alle toetsen zijn geanalyseerd aan de hand van een documentanalyse op basis van de taxonomie van Bloom. Iedere toetsvraag is geclassificeerd naar een kennisdimensie (feitelijke, conceptuele, procedurele of metacognitieve kennis) en een cognitieve dimensie, onderverdeeld in lagere orde (onthouden, begrijpen en toepassen) en hogere orde denkvaardigheden (analyseren, evalueren en creëren). In totaal zijn 488 vragen uit 27 toetsen gecodeerd en geanalyseerd. De resultaten laten zien dat de toetsen vooral gericht zijn op conceptuele en procedurele kennis. Vmbo-b toetsen richten zich meer op conceptuele kennis, terwijl vmbo-gt toetsen meer nadruk leggen op procedurele kennis. De meeste vragen richten zich op lagere orde denkvaardigheden, met name ‘toepassen’. Vragen op het gebied van hogere orde denkvaardigheden en metacognitieve kennis komen nauwelijks voor in de toetsen. Er is enige overlap gevonden tussen de verschillende toetsversies. Deze bevindingen tonen aan dat er sprake is van beperkte differentiatie tussen de toetsen. Dit is relevant, aangezien verschillen in toetsen direct invloed kunnen hebben op de voorbereiding van leerlingen op het eindexamen en hun doorstroommogelijkheden. Meer differentiatie is nodig om vmbo-leerlingen beter voor te bereiden op hun (onderwijs)toekomst.
| Item Type: | Thesis (Bachelor) |
|---|---|
| Supervisor name: | Korpershoek, H. |
| Degree programme: | Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB) |
| Differentiation route: | None [Bachelor AOLB] |
| Date Deposited: | 09 Jul 2025 08:57 |
| Last Modified: | 09 Jul 2025 08:57 |
| URI: | http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/5383 |
Actions (login required)
 |
View Item |