Looijenga, Elbrich (2022) Hoe gaan pedagogisch medewerkers om met ouderopvattingen? Een onderzoek naar opvattingen van ouders en pedagogisch medewerkers omtrent liefde en ontwikkelingsstimulering in de kinderopvang. Bachelor thesis, Pedagogical and Educational Sciences.
|
Text
Bachelorwerkstuk ElbrichLooijenga s4080777 groep 24 Pauline Schreuder.pdf Download (372kB) | Preview |
Abstract
De kinderopvang kan positieve effecten hebben op de ontwikkeling van een kind, mits de kwaliteit van de opvang goed is. De helft van de Nederlandse kinderen onder de vier jaar gaat één of meerdere dagen per week naar de kinderopvang. Gezien het hoge aantal kinderen dat gebruik maakt van de kinderopvang, is het belangrijk na te denken over wat de focus zou moeten zijn van de opvang in kinderopvanginstellingen. Uit bestaande literatuur blijkt dat ouders en pedagogisch medewerkers verschillen in opvatting over wat het belangrijkste aspect van de opvang zou moeten zijn. Daarnaast blijkt ouderbetrokkenheid bij de kinderopvang een belangrijke factor te zijn in het effect van de opvang op de ontwikkeling van een kind. Hieruit ontstaat de vraag hoe pedagogisch medewerkers omgaan met meningen van ouders, ook wanneer deze afwijken van het beleid van de kinderopvanginstelling. Dit onderzoek heeft gepoogd die vraag te beantwoorden door een kwalitatieve inhoudsanalyse uit te voeren. Er zijn tien semigestructureerde interviews afgenomen en geanalyseerd volgens de Constant Comparison Methode (Boeije, 2002). De resultaten laten zien dat de opvattingen over het belang van liefde en ontwikkelingsstimulering in de kinderopvang zeer vergelijkbaar zijn voor ouders en pedagogisch medewerkers. De meeste meningsverschillen tussen ouders en kinderopvang gaan niet over de vraag of liefde of ontwikkeling belangrijker is, maar over het 'gezonde-eetbeleid' en of de kinderen vies mogen worden. Uit dit onderzoek wordt geconcludeerd dat pedagogisch medewerkers luisteren naar ouders en proberen tegemoet te komen aan de wensen van ouders. Als er onenigheid is, wordt vaak een oudergesprek gepland om een middenweg te vinden. In de discussie valt op dat veel respondenten sociaal-emotionele ontwikkeling vaker noemden dan cognitieve ontwikkelingsstimulering. Hierdoor is in dit onderzoek niet precies gemeten wat beoogd werd te meten. Het verdient daarom aanbeveling om bij vervolgonderzoek vooraf het begrip 'ontwikkelingsstimulering' nauwkeuriger te conceptualiseren.
| Item Type: | Thesis (Bachelor) |
|---|---|
| Supervisor name: | Schreuder, P.R. |
| Degree programme: | Pedagogical and Educational Sciences |
| Differentiation route: | Orthopedagogiek [Bachelor Pedagogical and Educational Sciences] |
| Date Deposited: | 21 Jun 2022 06:54 |
| Last Modified: | 21 Jun 2022 06:54 |
| URI: | http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/553 |
Actions (login required)
 |
View Item |