Javascript must be enabled for the correct page display

Wie doet wat? Een kwalitatieve studie naar de verdeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden in het kader van integrale samenwerking in de jeugdhulp.

Koopal, Manon (2025) Wie doet wat? Een kwalitatieve studie naar de verdeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden in het kader van integrale samenwerking in de jeugdhulp. Bachelor thesis, Pedagogical and Educational Sciences.

[img] Text
Bachelorwerkstuk-Manon-Koopal-S3989887.pdf
Restricted to Repository staff only

Download (371kB)

Abstract

Achtergrond en probleemstelling In de jeugdhulp worden gezinnen met complexe problemen vaak ondersteund door meerdere instanties. Om deze ondersteuning effectief te maken, is integrale samenwerking essentieel. Hierbij moeten verschillende partijen gezamenlijk zorg dragen, met gedeelde doelen en verantwoordelijkheden. In de praktijk blijkt echter dat samenwerking tussen deze instanties vaak tekortschiet, met name door onduidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijk is. Het onderzoek richt zich op het samenwerkingsverband SIS-JH (Samenwerkingsverband Integraal Samenwerken Jeugdhulp) in Oost-Groningen, waar zes jeugdhulporganisaties en een gemeente samenwerken. De centrale vraag is: In hoeverre is er duidelijkheid over de verdeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden van beleidsmedewerkers in deze samenwerking? Theoretisch kader Het onderzoek baseert zich op het model van Bronstein (2003), dat vijf kerncomponenten van interdisciplinair samenwerken beschrijft: 1. Onderlinge afhankelijkheid 2. Nieuwe professionele activiteiten 3. Flexibiliteit 4. Collectief eigenaarschap 5. Reflectie op teamproces Voor dit onderzoek zijn vooral de eerste drie componenten relevant, omdat die direct te maken hebben met taakverdeling en samenwerking. Methode Er is gebruikgemaakt van kwalitatieve interviews met zeven beleidsmedewerkers: zes van verschillende instanties binnen SIS-JH en één van de gemeente. De interviews zijn semigestructureerd en geanalyseerd via kwalitatieve inhoudsanalyse (in ATLAS.ti), waarbij de focus lag op ervaringen met taakverdeling, rollen, verantwoordelijkheden en communicatie. Belangrijkste bevindingen 1. Belang van duidelijke rolverdeling • Gemiddeld gaven beleidsmedewerkers een 7,2 voor het belang van duidelijke rolverdeling. • De meeste respondenten benadrukten dat duidelijke afspraken bijdragen aan effectiviteit. • Eén deelnemer vond een flexibele rolverdeling juist wenselijker; dit sluit aan bij de "flexibiliteit" uit Bronstein’s model. 2. Ervaring met duidelijkheid over eigen rol • Vrijwel alle beleidsmedewerkers gaven aan dat hun eigen rol vanaf het begin duidelijk was. • Toch zorgde personeelsverloop binnen sommige instanties (met name bij instantie 6) voor verwarring en gebrekkige overdracht van verantwoordelijkheden, wat leidde tot onzekerheid bij andere partners. • Dit onderstreept het belang van continuïteit en goede overdracht bij wisselingen in personeel. 3. Rol van beleidsmedewerkers in verduidelijking • Binnen SIS-JH zijn er kartrekkers (leidende instanties) en volgers. • Instantie 1 en 5 worden gezien als de inhoudelijke kartrekkers en spelen een actieve rol in het signaleren van knelpunten en het coördineren van acties. • De rol van kartrekkers is cruciaal in het aanbrengen van structuur en duidelijkheid, maar kan ook leiden tot machtsongelijkheid, vooral wanneer andere instanties niet actief betrokken worden bij besluitvorming. 4. Communicatie als sleutel tot duidelijkheid • Heldere en regelmatige communicatie blijkt essentieel voor duidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden. • SIS-JH heeft een gelaagde overlegstructuur (bestuurlijk overleg, managementoverleg, uitvoeringsteam, werkgroepen) met vaste terugkoppeling. • Toch schort het regelmatig aan interne communicatie binnen instanties, waardoor beleidsbesluiten niet altijd goed worden doorgegeven aan uitvoerende medewerkers. • Dit leidt tot onnodige werkdruk en frustratie. • Beleidsmedewerkers moeten dus actiever hun rol pakken als informatieschakel binnen de organisatie. • Er is sprake van een redelijk open communicatieklimaat, al voelen sommige deelnemers zich vrijer dan anderen om feedback te geven — vooral de kartrekkers ervaren meer vrijheid. Conclusie Er is in grote lijnen duidelijkheid over de verdeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden binnen SIS-JH, maar deze wordt beïnvloed door: • Personeelsverloop • Onvoldoende communicatie tussen en binnen instanties • Machtsverhoudingen tussen kartrekkers en volgers Hoewel beleidsmedewerkers in de regel hun eigen rol begrijpen, betekent dit niet automatisch dat alle partijen binnen het samenwerkingsverband een gedeeld beeld hebben. Duidelijkheid is dus situationeel en persoonsafhankelijk, wat de samenwerking kwetsbaar maakt. Een goed functionerende samenwerking vereist: • Investering in heldere communicatie • Formele vastlegging van rollen • Gelijkwaardige betrokkenheid van alle partijen Aanbevelingen voor de praktijk 1. Verduidelijk de overlegstructuren: o Leg vast wie waarvoor verantwoordelijk is in elk overleg. o Benoem wie wel/niet betrokken is bij besluiten en hoe zij worden geïnformeerd. 2. Verbeter de informatieoverdracht binnen instanties: o Beleidsmedewerkers moeten actief informatie doorgeven aan collega’s. o Voorkom dat centrale informatie bij een enkeling blijft hangen. 3. Formuleer afspraken over rolverdeling expliciet: o Benoem wie kartrekker of volger is en wat dit inhoudt qua bevoegdheden. o Verminder grijze gebieden die kunnen leiden tot onduidelijkheid of onenigheid. 4. Bevorder een veilige feedbackcultuur: o Zorg dat alle beleidsmedewerkers zich vrij voelen om knelpunten te bespreken. 5. Borg continuïteit bij personeelswisselingen: o Zorg voor overdrachtsmomenten en begeleide inwerking. o Leg documentatie vast zodat kennis behouden blijft. Sterke kanten van het onderzoek • Gebruik van semigestructureerde interviews leverde rijke data op. • Er is ruimte geweest voor persoonlijke ervaringen. • Aparte leidraad voor gemeentebeleid bood verdieping in het perspectief van de gemeente. Beperkingen en suggesties voor vervolgonderzoek • Interview van één instantie ontbrak door tijdsdruk. • Interviewleidraad is achteraf opgesteld, wat mogelijk relevantie van thema’s beperkte. • In vervolgonderzoek zou ook het perspectief van uitvoerend personeel moeten worden meegenomen voor een vollediger beeld van de vertaalslag van beleid naar praktijk.

Item Type: Thesis (Bachelor)
Supervisor name: Lichtwarck-Aschoff, A.
Degree programme: Pedagogical and Educational Sciences
Differentiation route: Orthopedagogiek [Bachelor Pedagogical and Educational Sciences]
Date Deposited: 30 Jul 2025 14:11
Last Modified: 30 Jul 2025 14:11
URI: http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/5783

Actions (login required)

View Item View Item