Javascript must be enabled for the correct page display

Interorganisatorische samenwerking bij de aanpak van internationale kinderontvoeringen: een sociologische analyse

Popma, Hidde (2025) Interorganisatorische samenwerking bij de aanpak van internationale kinderontvoeringen: een sociologische analyse. Master thesis, Sociology.

[img] Text
Masterthesis-IKO---H.Popma.pdf
Restricted to Repository staff only

Download (2MB)

Abstract

Internationale kinderontvoeringen vormen een complex vraagstuk, waarbij samenwerking tussen uiteenlopende organisaties essentieel is. Onderzoek in deze richting richt zich vaak op ontvoeringen met kinderen als slachtoffer (Collie & Shalev Greene, 2019; Gallagher, 2008), terwijl de meeste kinderontvoeringen niet door een vreemde worden gedaan, maar door één van de ouders van het kind (Walsh et al., 2016; CIKO, 2024; Verwers et al., 2006). Veel organisatiesociologisch onderzoek richt zich op algemene samenwerkingsverbanden voor maatschappelijke problemen of bedrijven (Vermeulen, 2012; Jones & Lichtenstein, 2009; Noorderhaven et al., 2002). Ook is er onderzoek gedaan naar de uitvoeringspraktijk van internationale kinderontvoeringszaken in Nederland en andere landen en de toepassing van het Haags Kinderontvoeringsverdrag in Nederland (Jonker et al., 2015; Ruitenberg, 2015), maar er is geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de organisatorische werking van de aanpak van (parentale) internationale kinderontvoeringen. Het Police Expert Network on Missing Persons Europe streeft naar versterking van de samenwerking bij internationale kinderontvoeringen. Volgens hen bestaan er momenteel geen duidelijke afspraken en ontbreken richtlijnen omtrent de organisatorische samenwerking en verantwoordelijkheden. Dit onderzoek draagt hieraan bij en geeft inzicht in welke partijen in verschillende fasen van een internationale kinderontvoering betrokken zijn. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen en hoe de samenwerking in de praktijk functioneert. Het gaat in dit onderzoek om de samenwerking bij de aanpak van kinderontvoeringen vanuit Nederland naar een ander land. De hoofdvraag luidt: Hoe is de samenwerking tussen betrokken partijen in Nederland bij de aanpak van internationale kinderontvoering georganiseerd en hoe kan dit vanuit sociologisch oogpunt worden verbeterd? Om de hoofdvraag te beantwoorden is er een exploratief kwalitatief onderzoek uitgevoerd, waarbij er zes semigestructureerde interviews met in totaal acht participanten zijn afgenomen. De participanten bestonden uit functionarissen die werkzaam zijn bij verschillende organisaties die een rol spelen bij de aanpak van internationale kinderontvoeringen. De data is geanalyseerd door middel van een thematische analyse. De bevindingen laten zien dat de samenwerking breed en complex is georganiseerd, met een grote diversiteit aan betrokken organisaties. Dat leidt tot onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en een gebrek aan centrale regie. Een groot onderdeel hiervan is de weerbarstige context waarin internationale kinderontvoeringen vaak plaatsvinden. De effectiviteit van het netwerk wordt in hoge mate gedragen door persoonlijke contacten, vooral in urgente situaties. Hierdoor functioneert de samenwerking, maar is het sterk afhankelijk van enkele sleutelfiguren en daarmee weinig structureel geborgd binnen organisaties. Dit maakt de samenwerking kwetsbaar. Toekomstige versterking vraagt om een evenwicht tussen formele coördinatie en de kracht van informele verbindingen, zodat het netwerk zowel flexibel als duurzaam kan functioneren.

Item Type: Thesis (Master)
Supervisor name: Veen, K. van
Degree programme: Sociology
Differentiation route: Criminaliteit en Veiligheid [Master Sociology]
Date Deposited: 30 Oct 2025 12:24
Last Modified: 30 Oct 2025 12:24
URI: http://gmwpublic.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/5977

Actions (login required)

View Item View Item